interview Teler van de Zaderij - Jan Bulthuis

 

Suikermaïs Zoete Jan en Buitenpaprika van veredelaar Jan Bulthuis

Jan Bulthuis teler en vooral veredelaar in hart en nieren, kocht vijftig jaar geleden ergens zaden van de suikermaïs. De maïs was volgens zijn eigen zeggen ‘niet veel soeps’. Totaal niet aangepast aan het Nederlandse klimaat. Vijf jaar geleden stond hij voor een andere uitdaging. Want de paprika’s bleven maar groen en in de winkel waren ze rood. “Dat kan niet in het Nederlandse klimaat” werd gezegd.

Samenwerken met de natuur is wat de inmiddels 82jarige Jan leidt en beweegt. De suikermaïs geeft nu al jaren mooie grote en zoete kolven, tegen alle weersoorten bestand. En de paprika’s? Die worden allemaal mooi rood! Beide rassen dragen dan ook een eigen naam en zijn verkrijgbaar bij De Zaderij.

Samenwerken met de natuur

Jan Bulthuis, geboren in Naarden in 1943, volgde de opleiding HBS-B en TH Delft. Jan deed mee aan de regeling van het rijk waardoor hij docent Natuurkunde werd. Zo werkte Jan mee aan het tekort van leraren en hoefde hij niet te voldoen aan de dienstplicht.

Door de lange vakanties in het onderwijs had hij tijd om te tuinieren en kochten hij met zijn vrouw een boerderijtje met wat grond. Op 20 jarige leeftijd werden ze vegetariër. Jan: “Dat was wel een beetje moeilijk, in die zin dat mijn opa slager was en mijn schoonvader veehouder.”

Jan wou ook absoluut geen bespoten groente of fruit meer eten. Hij werd daar zo fanatiek in dat hij  tijdens een vakantie aanbelde bij iemand in de buurt van de camping of ze wat snijbiet van zijn tuin mochten kopen. De tuin zag er natuurlijk uit en er was geen onbespoten groente te koop in de buurt. Jan kreeg het gratis mee en kon met een gerust hart aan de avondmaaltijd  beginnen.

Jarenlang kweekten en aten Jan en zijn gezin alleen eigen groentes: Aardappels, uien, andijvie, stambonen en stokbonen, aardbeien, rode biet, winterwortel, kapucijners, boerenkool en alle andere soorten kolen. 

Samenwerken met het klimaat

De maïs, van zaden die Jan 50 jaar geleden kocht, werd te lang en de kolven te klein. Na drie jaar was er een heel koude en natte zomer en bijna alle maïskolven gingen rotten. Een paar kolven waren toch nog redelijk goed en daarmee kon hij verder selecteren. Steeds jaar op jaar met het zaad van de beste kolven verder gekweekt en zo werd de veredelaar in Jan geboren.

Ook testte hij bij de mooie kolven of ze wel zoet genoeg waren door er een hapje van te proeven en alleen met de zoete ging Jan dan verder. De maïs, ooit helemaal niet aangepast aan ons kou- en regenklimaat, geven nu als Zoete Jan al jaren mooie grote en zoete kolven, tegen alle weersoorten bestand. Ook is Jan een lijn begonnen met planten die twee even grote kolven geven.

Na zijn pensioen kon Jan een akker van 6000 m2 in gebruik nemen bij Apeldoorn waar hij met 15 andere tuiniers biologische groenten en sierplanten kweekt. Sinds 3 jaar pacht en bewerkt Jan ook een SKALakker in Marknesse waar hij allerlei zaden voor De Zaderij kweekt.

Het assortiment groentes dat hij nu kweekt is wel een beetje anders dan 40 jaar geleden. Van aardpeer bijvoorbeeld heeft Jan een hele rij staan, maar die wil bijna niemand hebben. Over de paprika waar hij 5 jaar geleden mee begon vroeg Jan: “Moeten die niet rood worden? Want ze bleven maar groen en in de winkel waren ze rood. Met het antwoord, dat dat niet kon in het  Nederlandse klimaat, nam Jan geen genoegen.

Er waren een paar paprika’s die een beetje rood begonnen aan te lopen. Met dat zaad ging hij verder en steeds werden een aantal paprika’s iets roder. Uitdaging geslaagd! Nu worden ze allemaal mooi rood en kan Jan met de volgende wensen aan de gang: iets dikker vruchtvlees en dat ze overeind blijven staan zonder stokje als steun en er moeten minstens 4 grote paprika’s aan één plant komen.

Zoete Jan, BuitenPaprika en meer… Veredelen is een vak

Deze fijne veredelde rassen zijn verkrijgbaar bij De Zaderij onder de namen Zoete Jan en BuitenPaprika. En Jan doet meer. Zijn plannen zijn ook nog om de Bloemendaalse Gele, de lekkerste kool, te verbeteren. Het zaad dat hij elders kocht gaf geen krop, alleen maar losse bladeren, hetzelfde geldt voor de groenlof. Van de courgette heeft Jan na een jaar of vijf een korte variëteit gekweekt. Die past in zijn geheel in een ovenschotel en dat is handig: Dikkertje Dap. 

De allergrootste uitdaging voor Jan is om meloenen voor het Nederlandse klimaat te kweken. “Maar ja, wat is daar nog van over? Je kunt er geen pijl meer op trekken. De ene zomer te heet, de volgende te koud, dan weer te nat en dit jaar veel te droog.”

De kleine gele cherrytomaat is de lekkerste tomaat met een zachte schil en veel smaak. Ook de artisjok wil Jan geschikt maken voor het Nederlandse klimaat. Maar de zaadvorming daarvan gaat heel moeizaam of niet. En in een natte winter rotten ze weg . Jan: “Artisjok bodems zijn heel lekker, vooral met een lekker sausje. Maar dat geldt voor veel etenswaren. Neem nou de aardappel of zelfs vlees.  Zonder sausje is het niets, althans niet veel waard.”

Ja, veredelen en blijven selecteren is een must, en een zeer gewaardeerd vak!